Het belang van de juiste gripmaat
Veel recreatieve tennissers besteden uren aan het kiezen van het juiste racketmodel, gewicht en snarenpatroon, maar vergeten een cruciaal detail: de gripmaat. Een verkeerde gripmaat is een van de meest voorkomende oorzaken van blessures, zoals een tenniselleboog, en kan je spel significant negatief beïnvloeden.
De gripmaat bepaalt hoe stevig en comfortabel je het racket kunt vasthouden. Als je hand te veel of te weinig spierkracht moet gebruiken om het racket vast te houden, leidt dit tot onnodige spanning in de onderarm, wat de kans op blessures verhoogt en de precisie van je slagen vermindert.
Gevolgen van een te kleine of te grote grip
Een te kleine grip zorgt ervoor dat je de vingers te veel om het handvat moet klemmen, waardoor de pezen en spieren in je hand en pols overbelast raken. Dit bevordert overmatige polsbeweging, wat vaak leidt tot blaren en de gevreesde tenniselleboog. Bovendien kan het racket gemakkelijk draaien bij off-center slagen.
Aan de andere kant dwingt een te grote grip je hand om een open, minder krachtige greep te gebruiken. Dit beperkt de beweeglijkheid van je pols en maakt het moeilijker om snel van grip te wisselen, wat essentieel is bij volley's en snelle services. Hoewel een grotere grip soms meer stabiliteit lijkt te bieden, resulteert dit vaak in verminderde controle en vermoeidheid.
Hoe meet je de perfecte gripmaat?
Gripmaten worden internationaal aangeduid met nummers, variërend van L1 (de kleinst) tot L5 (de grootst). In het Engels-Amerikaanse systeem wordt dit uitgedrukt in inches (bijvoorbeeld 4 1/4 inch). Voor de meeste volwassen tennissers liggen de ideale maten tussen L2 en L4.
Om de beste gripmaat te bepalen, heb je een meetlint nodig. Meet de afstand van de middelste plooi in je handpalm (parallel aan de ringvinger) tot de punt van je ringvinger. De gemeten afstand in millimeters of centimeters komt overeen met de diameter van de grip die je nodig hebt. Controleer de conversietabellen van de fabrikant om deze meting om te zetten naar de standaard L-nummers.
De vingerregel: een snelle test
Een eenvoudige en veelgebruikte methode om te controleren of een racket de juiste gripmaat heeft, is de 'vingerregel'. Houd het racket vast in een eastern forehand grip (de meest gangbare slag). Je hand moet ontspannen zijn. Als je nu de wijsvinger van je andere hand in de ruimte tussen je ringvinger en de handpalm van je slaghand kunt plaatsen, is de gripmaat correct.
Als er geen ruimte is, is de grip te groot. Als er meer dan één vinger past, is de grip te klein. Deze test is een uitstekende indicator, maar vergeet niet dat persoonlijke voorkeur en het type slagen dat je speelt ook een rol spelen.
Gripmaat aanpassen en verfijnen
Het is altijd veiliger om iets kleiner te beginnen dan te groot, want het is eenvoudiger om een grip te vergroten dan te verkleinen. Je kunt de gripmaat eenvoudig verhogen door een 'overgrip' (een dunne, vervangbare laag) toe te voegen. Een overgrip voegt meestal ongeveer een halve maat toe (bijvoorbeeld van L3 naar L3.5).
Experimenteer met verschillende gripdikte en overgrips om te zien wat het meest comfortabel voelt tijdens langere trainingen en wedstrijden. Een goed gekozen gripmaat verbetert niet alleen je spel, maar beschermt ook je gewrichten, waardoor je langer en met meer plezier kunt blijven tennissen. Neem de tijd om de perfecte balans te vinden.
