Wat is de invloed van een te kleine of te grote gripmaat op je tennisspel?

Wat is de invloed van een te kleine of te grote gripmaat op je tennisspel?

Het belang van de juiste gripmaat

Veel tennissers besteden uren aan het kiezen van het perfecte racket op basis van gewicht, balans en snaarspanning, maar de gripmaat wordt vaak over het hoofd gezien. Dit is een gemiste kans, want de omvang van de grip heeft een directe invloed op zowel je techniek als de kans op blessures. Een verkeerde gripmaat kan leiden tot overmatige spanning in de onderarm, wat op termijn de prestaties negatief beïnvloedt en blessures zoals een tenniselleboog kan veroorzaken.

Risico’s van een te kleine grip

Wanneer een speler een te kleine grip gebruikt, moet de hand harder knijpen om het racket onder controle te houden. Dit is een natuurlijke reactie om te voorkomen dat het racket wegdraait bij impact. Deze constante, overmatige spierspanning in de onderarm en pols vergroot het risico op peesontstekingen, met name laterale epicondylitis, beter bekend als de tenniselleboog. Bovendien zorgt een te kleine grip voor onnodige polsbewegingen, wat de stabiliteit en precisie van de slagen vermindert.

Problemen met een te grote grip

Een grip die te groot is, brengt ook nadelen met zich mee. Ten eerste beperkt het de polsbeweging, wat cruciaal is voor het genereren van topspin en het uitvoeren van een effectieve service. Spelers met een te grote grip hebben vaak moeite om hun pols snel te ‘flippen’ bij de impact. Ten tweede kan een te grote grip leiden tot verminderde controle en vermoeidheid, omdat de speler niet de volledige hand om het handvat kan sluiten. Dit kan leiden tot blaren en eeltplekken op ongewenste plaatsen, en maakt het lastiger om snel van grip te wisselen tijdens een rally.

Hoe meet je de ideale gripmaat?

Het bepalen van de juiste gripmaat (meestal variërend van L1 tot L5 in Europa) is eenvoudig, maar essentieel. De meest gangbare methode is de vingerbreedte-test. Houd het racket vast in een eastern forehand grip (de palm van je hand ligt plat op het brede vlak van de grip). Als je de grip vastpakt, moet er precies één vinger van je andere hand – de wijsvinger – tussen de toppen van je vingers en de palm van je hand passen. Als de vinger strak past, is de gripmaat goed.

Wanneer moet je de gripmaat aanpassen?

Als je wijsvinger er niet tussen past, is de grip te klein. Als er ruimte overblijft, is de grip te groot. Het is altijd veiliger om een iets kleinere grip te kiezen, omdat je deze eenvoudig kunt vergroten met een overgrip, die ongeveer een halve gripmaat toevoegt. Het is vrijwel onmogelijk om een te grote grip te verkleinen. Je voorkeur voor grip kan ook veranderen op basis van het weer en transpiratie; een zweetabsorberende overgrip kan dan noodzakelijk zijn om wegglijden en de neiging tot overmatig knijpen te voorkomen. Regelmatige controle van de gripdikte is een kleine inspanning met grote gevolgen voor zowel je comfort als je langetermijn gezondheid op de baan. Door aandacht te besteden aan dit detail, verbeter je niet alleen je spel, maar vermijd je ook onnodige fysieke klachten.