Hoe weet je welke gripmaat tennisracket je nodig hebt?

Hoe weet je welke gripmaat tennisracket je nodig hebt?

Het belang van de perfecte tennisgrip

Veel tennissers, van beginners tot gevorderde clubspelers, besteden veel aandacht aan het type racket of de spanning van de snaren. Echter, de gripmaat, het contactpunt tussen jou en je racket, wordt vaak over het hoofd gezien. De juiste gripmaat is cruciaal voor zowel je spelkwaliteit als het voorkomen van blessures, zoals een tenniselleboog of polsklachten.

Als je grip te klein is, moet je meer kracht zetten om het racket vast te houden, wat leidt tot overmatige spierspanning en minder controle bij slagen. Is de grip daarentegen te groot, dan krijg je problemen met de polsbeweging, vooral bij het uitvoeren van topspin en het wisselen van grip voor een service.

De maatstaven: van L0 tot L5

De gripmaten worden internationaal aangeduid met letters L (League) gevolgd door een cijfer, of in inches. De meest voorkomende maten variëren van L1 (4 1/8 inch) tot L5 (4 5/8 inch).

Welke gripmaten zijn er en voor wie?

L1 en L2 zijn vaak geschikt voor junioren en dames met kleinere handen. L3 is de standaardmaat voor de gemiddelde mannelijke speler en veel dames. L4 en L5 zijn voor spelers met grote handen. Als je twijfelt tussen twee maten, kiezen experts meestal voor de kleinere. Je kunt een kleinere grip altijd dikker maken met een overgrip, maar je kunt een te grote grip niet kleiner maken.

De eenvoudigste meetmethode thuis

Er zijn twee veelgebruikte methoden om je ideale gripmaat te bepalen. De meest praktische methode is de vingerregel, die je eenvoudig zelf kunt uitvoeren.

Pak een racket vast in een 'eastern forehand grip'. Dit is de meest gebruikelijke methode. Je legt de palm van je hand plat tegen de zijkant van de grip. Vervolgens plaats je de wijsvinger van je andere hand in de ruimte tussen je ringvinger en de muis van je hand (de basis van je duim) op de grip.

Wat de vingerregel je vertelt over je grip

Als je wijsvinger precies in deze ruimte past, dan is de gripmaat correct. Als er geen ruimte is, is de grip te klein. Is er veel ruimte over, dan is de grip te groot. Het is essentieel dat je de grip vasthoudt alsof je een bal gaat slaan; niet te strak, maar stevig.

Een andere methode is het meten van je hand. Meet de afstand vanaf de middelste crease (vouw) in je handpalm tot aan de top van je ringvinger. De gemeten afstand in millimeters correspondeert met de gripmaat in inches, die je vervolgens omrekent naar de L-maat. Bijvoorbeeld, een meting van ongeveer 105 mm komt overeen met L3 (4 3/8 inch).

Denk er ook aan dat de weersomstandigheden en het type overgrip invloed hebben. In warme omstandigheden zweet je meer en wil je misschien een licht klevende overgrip, wat de dikte enigszins kan beïnvloeden. Controleer regelmatig je gripmaat, want een kleine aanpassing kan een groot verschil maken in comfort en slagkracht.